Notitie over de dialoog op lokaal niveau met ouderen.
Trefwoorden:
Particulier initiatief van en voor ouderen,
Samenredzaamheid,
Nieuwe sociale netwerken,
Concrete aanpak.
1. Waarom is samenredzaamheid belangrijk?
Het aantal 65–plussers neemt hand over hand toe .
Veel van hen zijn relatief gezond, voelen zich gelukkig en kunnen zich goed redden. Bij het stijgen der jaren neemt de kans op een chronische aandoening toe en gaan fysieke belemmeringen zich aandienen. Mensen worden dan kwetsbaarder.
Het Noorden kampt met vergrijzing. Het aantal kwetsbare ouderen is hier relatief hoger dan elders in Nederland. In Noord-Nederland moeten dus alle zeilen worden bijgezet om de zorg voor kwetsbare ouderen veilig te stellen. Het NPO, in onze regio geleid door Prof Slaets, draagt daar veel bouwstenen voor aan.
Het verpleegtehuis is voor ouderen het laatste redmiddel. Daar willen de meeste ouderen eigenlijk niet naar toe. Zij willen zo lang mogelijk zelfstandig blijven wonen in een voor hen vertrouwde omgeving, samen met anderen jong of oud. Zij richten hun eigen leven in maar hebben naast de noodzakelijke zorg van huisarts, specialist en thuiszorg soms een steuntje in de rug nodig om zich te kunnen redden. Hulp en ondersteuning in het leven van alledag van ouderen die kwetsbaar zijn geworden.
Hulp en ondersteuning van overheidswege staat op de tocht en zijn minder vanzelfsprekend geworden. De overheid treedt terug wordt gezegd. Mensen moeten daardoor steeds meer terug vallen op hun sociale netwerk van familieleden en andere mantelzorgers.
De familieverbanden zijn echter minder hecht geworden en als er al kinderen zijn wonen die niet zelden veraf. Men is dus steeds meer aangewezen op de sociale netweken in de directe omgeving. In dorpen en wijken,maar die moeten er dan wel zijn.
Als we de maatschappelijke ontwikkelingen op een rijtje zetten zouden nieuwe sociale netwerken moeten worden opgezet. Door ouderen zelf met steun van anderen. Jonge ouderen die nog gezond en vitaal zijn nemen het initiatief om nieuwe sociale netwerken te organiseren. Netwerken van en voor ouderen Voor kwetsbare ouderen als steun in de rug. Samenredzaamheid, omzien naar elkaar. Voor de huidige kwetsbare ouderen die voor 1945 zijn geboren. Voor nu maar ook voor later als de babyboomers de kwetsbare leeftijd hebben bereikt.
De Denktank60+Noord is de dialoog gestart met ouderen in dorpen en wijken in Noord Nederland. Om samen na te gaan hoe nieuwe vormen van particulier initiatief van de grond kunnen komen. Zelfredzaamheid en zelforganisatie als wenkend perspectief.
2. In de praktijk gebracht
Elk dorp en wijk is weer anders. Daarom moet telkens worden nagegaan hoe het dorp en de wijk er bijligt, wat er allemaal al gebeurt, wat ontbreekt of beter kan. Waaraan echt behoefte is. Mensen moeten dan op de eerste plaats bereid iets op poten te zetten. In ieder geval niet wachten op initiatieven van de gemeente. De kunst is alle expertise op te sporen en te bundelen. Werkkracht, maar ook organisatie talent. Een ieder doet waar men goed in is en hij of zij leuk vindt. Begin eenvoudig met een of twee activiteiten of maak en lijstje van enkele activiteiten die gaande weg van start gaan. Het moet groeien. Dan komt van het een het andere.
Het wiel hoeft niet steeds te worden uitgevonden. Veel initiatieven in andere dorpen kunnen de geesten wakker maken.
De zoektocht heeft veel mooie voorbeelden laten zien. Deze worden hieronder kort aangeduid:
- Het komt voor dat burgers zelf een buurtsuper opzetten omdat alle winkels uit het dorp verdwenen zijn, een winkel van sinkel voor de kleine boodschappen en ook een ontmoetingsplaats voor een praatje en kopje koffie. Het komt ook voor dat burgers een dorphuis dat anders zou worden gesloten in eigen beheer nemen. De exploitatiekosten kunnen omlaag door de inzet van vrijwilligers. Dat zijn niet zelden mensen met pensioen. Het wordt hun eigen super of dorpshuis waar ze goed voor zorgen. Een coöperatieve vereniging of een vergelijkbare juridisch verband is de beste oplossing.
- Voor veel activiteiten voldoet in de beginperiode een lichte organisatievorm zoals een werkgroep met een coördinator op vrijwillige basis met een kring van vrijwilligers die op afroep beschikbaar zijn. Hieronder een opsomming van mogelijkheden.
Huisbezoek met enige regelmaat, een maatjes- of coachproject waarbij een vrijwilliger een kwetsbare oudere ter zijde staat.
Boodschappendienst als in het dorp geen winkels zijn. De boodschappen worden door de vrijwilliger thuis bezorgd.
Vervoer op maat. Men heeft zelf geen auto meer (het rijbewijs werd niet verlengd), het openbaar vervoer laat het steeds verder afweten. De bel taxi komt nooit op tijd. Als men dan naar de huisarts, de prikdienst of een ziekenhuis moet of een begrafenis wil bijwonen kan vervoer op maat uitkomst bieden. Dorpelingen met een auto stellen zich beschikbaar deze ouderen te brengen en te halen. Men betaalt alleen de benzine kosten.
Klussendienst voor klusjes in en om het huis. Vaak kleine klussen die door “een handig mannetje“ snel zijn op te knappen. De lekkende kraan, de verstopte afvoer, de stekkerdoos of het lampje is kapot, de gordijn roe is losgeschoten, de deur klemt of het wieltje van de rollator is stuk. Dagelijkse hindernissen van kwetsbare mensen.
Computerondersteuning door iemand uit het dorp die even langs komt.
Hulp bij de papierwinkel die ook over ouderen wordt uitgestort.
Tuinonderhoud zoals grasmaaien en onkruidbestrijding.
Een schoonmaakdienst die de boel opruimt bij mensen met weinig hulpbronnen.
Samen bewegen in de buitenlucht.
Soosmiddagen voor onderling contact en spelletjes.
Een infocafé, naar het voorbeeld van de Alzheimer cafés (nu al meer dan 200), d.w.z. lotgenoten contact en concrete en praktische informatie waar men zelf wat mee kan doen
Open tafel, een sociale maaltijdvoorziening met een schappelijke prijs, bij voorbeeld éénmaal in de week ontmoeting en een mooie ingang bij mensen die vaak over het hoofd worden gezien.
Samenredzaamheid. Al doende leert men.
Eric Bleumink
Vries, december 2012