Over wanen en illusies - Douwe Draaisma
Psychiaters, neurologen en klinisch psychologen ontmoeten patiënten die de onmogelijkste dingen geloven. Dat ze van glas zijn. Dat ze in de hand van hun afgezette arm nog steeds een kopje geklemd houden. Dat ze twee jaar geleden zijn verdronken. Dat ze via het stopcontact worden afgeluisterd. Dat ze Christus zijn. Napoleon. Dat ze hun overleden dierbare horen scharrelen in de keuken. De variatie is eindeloos – lijkt het. In werkelijkheid vormen wanen, fantoomervaringen en hallucinaties een mozaïek waarin patronen zijn te herkennen.
Wat ze gemeen hebben is de wanhopige vindingrijkheid waarmee het zelf logica en samenhang probeert te bewaren, een innerlijke orde, alsof de rede het allerlaatste is dat een ziel in verwarring wenst prijs te geven. DOUWE DRAAISMA is als alom geprezen historicus van de psychologie – hoogleraar aan de RuG - de auteur van een prachtig oeuvre: De metaforenmachine; Waarom het leven sneller gaat als je ouder wordt; De heimweefabriek; Vergeetboek; Ontregelde geesten; De dromenwever; Als mijn geheugen me niet bedriegt. Zijn werk is bekroond met literaire en wetenschappelijke prijzen, en zijn boeken zijn in meer dan twintig talen vertaald. In De man die zijn hoofd verloor beschrijft Douwe Draaisma uitzonderlijke mensen die gedreven worden door de meest absurde of tragische wanen en illusies.
Anjo: ‘Het boek begint met de guillotine. De beide ‘uitvinders’ ervan waren arts. De eerste was een gevierd chirurg; hij had aan een clavecimbelbouwer – Tobias Schmidt - gevraagd een prototype te bouwen. Deze wilde het patent van deze ‘nuttige uitvinding van het dodelijke soort’ voor het uitvoeren van vonnissen, maar kreeg het niet. De tweede was Joseph-Ignace Guillotin. Hij pleitte al in 1789 voor een apparaat voor een humane mechanische onthoofding, maar in die tijd waren de revolutionairen nog in debat over de vraag of het niet humaner zou zijn om de doodstraf helemaal af te schaffen. Robespierre was een van hen. De bedoelingen van de beide artsen waren humaan en democratisch. Tot dan toe waren de brandstapel en ophanging nog gebruikelijk als doodstraf. Alleen de adel had een privilege: onthoofding. De guillotine miste nooit: de mechanische beul. (De guillotine bleef in gebruik totdat hij eind twintigste eeuw door Mitterand werd afgeschaft). Nadat de hoofden van de rompen gescheiden waren, werden ze achteloos op een hoop gegooid. De guillotine was de aanleiding voor allerlei wanen en illusies.
Zo was er in het begin van de 19e eeuw een horlogemaker die er zeker van was dat hij door de guillotine was onthoofd. Daarna had iemand een ander hoofd op zijn schouders gezet, maar het was niet zijn eigen mooie hoofd, althans dit was zijn vaste overtuiging. Uiteindelijk wist een Parijse arts hem van zijn waan te genezen. Deze waan werd in verband gebracht met middeleeuwse legendes over ‘hoofddragers’: martelaren die tijdens vervolgingen waren onthoofd, maar daarna hun hoofd hadden opgepakt en doorgelopen waren. De heilige Denis had ook zijn onthoofde hoofd opgeraapt en er nog elf kilometer mee gelopen voordat hij begraven werd. Dat kon toch niet waar zijn? Dit kon de horlogemaker uiteindelijk overtuigen. Draaisma beschrijft verder wanen als het syndroom van Cotard, waarbij de patiënt meent dood te zijn, of het syndroom van Capgras: de waan dat al je dierbaren zijn vervangen door dubbelgangers. Ook fantoomervaringen komen aan de orde. Zij zijn al net zo bedrieglijk en denkbeeldig als ‘echte’ wanen. Het verschil is inzicht, schrijft Draaisma: “In de psychiatrie is een waan per definitie een overtuiging die voor de patiënt zelf dwingend en onbetwijfelbaar is. Voor de geamputeerde patiënt voelt de pijn in zijn fantoomarm net zo goed maar al te reëel, maar hij wéét tegelijkertijd dat zijn arm echt weg is.” En dan de zogenoemde rouwhallucinaties: in een tijd van rouw om een geliefde kan je geheugen je onverwachte ervaringen voorschotelen: het moment dat je je iemands gezicht niet voor de geest kunt halen of de angst dat herinneringen zullen vervagen. Ook de ervaring dat je de dierbare dode nog kunt zien of horen, in een droom of in de vorm van een hallucinatie: je ziet je man in zijn vertrouwde stoel, je hoort je vrouw de trap afkomen…
Douwe Draaisma, heeft weer een fascinerend, prachtig geschreven boek afgeleverd. Met aantekeningen per hoofdstuk en foto’s.’
Titel: De man die zijn hoofd verloor
Auteur: Douwe Draaisma
Uitgever: Historische Uitgeverij
ISBN: 9789065541086
Prijs: € 24,50