Fokke Obbema, met portretten van Stephan Vanfleteren
Wat is de essentie van het leven, in het licht van onze sterfelijkheid? Een rijk boek vol levenswijsheid dat het leven beschouwt door over de dood te spreken.
Wat is de essentie van het leven, in het licht van onze sterfelijkheid? Om die vraag te beantwoorden voerde Fokke Obbema ruim veertig gesprekken met personen die geconfronteerd werden of worden met de dood, of die beroepsmatig veel met de dood te maken hebben – een patholoog-anatoom en tevens filosoof, een terminaal zieke twintiger, een bijna honderdjarige milieuactiviste, een advocaat met een bijna-doodervaring, een hospicemedewerker, een psychologe die de wacht is aangezegd, kortom: stervelingen.
De gesprekken gaan over wat het betekent om mens te zijn: over lijden en leven, over vechten en veerkracht, over angst en aanvaarding, over opgedane inzichten en levenswijsheden. Na zijn bestsellers 'De zin van het leven' en 'Een zinvol leven' is Fokke Obbema nu terug met een rijk boek vol levenswijsheid dat het leven beschouwt door over de dood te spreken.
Anjo: ’We zijn allemaal stervelingen. Wat dat betekent en hoe we daarmee omgaan is vaak een onderwerp dat we voor het laatst bewaren. Tenzij het zich onontkoombaar aan ons opdringt omdat we – jong of oud - plotseling met de dood worden geconfronteerd, in ons eigen leven of in het leven van naasten. We verdringen het, bewaren het voor ‘later’.
Carpe diem, zolang het kan. Toch is er niets zo zeker dan dat er ooit een einde aan ons leven zal komen. Maar toch draaien we er omheen, zeggen dat we er verdrietig van worden, treurig ook, en gaan op zoek naar een gezelliger gespreksonderwerp. We reageren daarom ook onbeholpen en lomp op mensen die zelf met de dood te maken hebben, door verdriet te bagatelliseren, er overheen te praten met: ‘de tijd heelt alle wonden’, ‘heb je het al een plekje kunnen geven …?’ In plaats van onze eigen machteloosheid onder ogen te zien of even geen woorden te hebben en dat ook te zeggen. Gaan we tegenwoordig opener met sterven om? Ja, maar ik herinner me uit de 70-er jaren dat patiënten die zouden overlijden, naar een ‘kamertje’ verhuisden en dat ze dan zelf mochten kiezen wat ze wilden eten. Dan wisten zij en hun medepatiënten genoeg.
Dat we gemiddeld langer leven helpt niet om de dood onder ogen te zien en erover te praten. In onze samenleving ligt de nadruk immers op jong en vitaal. Ook wie oud is, voelt zich ‘jong’. Bij aftakeling en ziekte komt een beroepsgroep in beeld die de dood vooral als een te bestrijden vijand ziet. De dood als falen; ‘u bent uitbehandeld’ en ‘ik kan niets meer voor u doen’, terwijl er juist in de palliatieve fase zoveel mogelijkheden zijn voor goede zorg.
Wat ook niet helpt, zegt Obbema, is een vastomlijnd beeld van wat er na de dood komt. ‘Niets’ is het voor velen. Afgelopen, uit. Geen hoop meer op een hiernamaals, op eeuwig leven en op iets beters dan het aardse huis. Door de actualiteit, tv-programma’s en krantenartikelen zijn we omringd door de dood, maar dat wil nog niet zeggen dat sterfelijkheid en dood gemakkelijke gespreksonderwerpen geworden zijn. Toch brengt praten over de dood ons dichter bij de zin van het leven.
‘Stervelingen’ is een rijk, leerzaam boek met veel verschillende inzichten over sterfelijkheid en vooral over de zin van het leven. De indrukwekkende interviews laten zich het beste lezen door te doseren: één per dag. Daar had ik meer dan genoeg aan. Ik las het nawoord aan het einde, maar had dat liever samen met het voorwoord eerst gedaan. Het geeft context, een goede basis voor de gesprekken.
Titel: Stervelingen
Auteur: Fokke Obbema
Uitgever: Atlas Contact
ISBN: 9789045048925
Prijs: € 27,99